Terwijl ik telefoontjes beantwoord van zwangeren die misselijk zijn, denken dat ze weeën hebben of hun laatste bloeduitslagen willen weten, schuif ik de bonnetjes op volgorde van datum in de map. Ik kijk door het raam … shit … vergeten te kijken. Dochter lijkt net weer voorbij te zijn gekomen. Dat krijg ik straks na de les te horen dat mama weer niet gekeken heeft.
Wat doe ik verkeerd? Hoe doen die 40 moeders dat die hier naast me zitten? Waarom zien ze niet dat dit uurtje net een uur is om boodschappen te doen, administratie te doen of de kno-arts afspraak verzetten van volgende week voor jongste zoon omdat dat toch niet zo goed uitkomt? Wanneer vinken deze moeders hun to-do lijstjes dan af?
Ik hoor geklop, dochter probeert maar eens op een andere manier mijn aandacht op te eisen. Ja dat werkt. Ik kijk en doe net of ik de hele voortgang heb gezien en steek mijn duim trots in de lucht.
Mama, waarom stak je je duim op in de lucht toen je naar me keek? Nou, omdat je het toch zo goed deed toch, ik zag je zo goed zwemmen.’
Hoe kan dat nou, zegt ze, het lukte me juist deze keer helemaal niet om door het gat van 4 meter te zwemmen.’
Ik neem me voor om volgende week de administratie thuis te laten en chips met cola te bestellen.